recensie | mediakritiek in een pittig jasje

MEDIAKRITIEK IN EEN PITTIG JASJE

Journalisten worden tegenwoordig om de oren geslagen met bergen mediakritiek. In De Nieuwsfabriek brengt Rob Wijnberg, jonge filosoof en ex-hoofdredacteur van de Nederlandse krant nrc.next, zijn versie daarvan. Hij is zeker en vast de eerste niet om zijn kritiek te spuien, maar de verpakking is vernieuwend, beredeneerd en humoristisch.

Nieuws is selectief, conservatief en repetitief

De kaft liegt er niet om. De mediasector is een aandachtseconomie en journalistiek is verworden tot een nieuwsfabriek waar kijkcijfers, advertentie-inkomsten en winstgevendheid gelden als onbetwistbare graadmeters voor succes. Bovendien is nieuws de grootste onopgemerkte verslaving van onze tijd. Wijnbergs beoordelingen zijn hard, doordacht en vaak negatief. Maar daarom is het dan ook een mediakritisch boek.

Wijnberg hekelt drie belangrijke tekortkomingen van nieuws. Allereerst gaat nieuws altijd over uitzonderingen en is het dus selectief. Nieuws maakt ons wereldbeeld uit, maar omdat er een zekere absurditeit in het nieuws sluipt, misvormt het ons wereldbeeld ook. Vooruitgang blijft structureel onderbelicht. De impact van vooruitgang en invloedrijke ontwikkelingen merken we pas na enkele decennia op. Daarnaast is nieuws conservatief, het gaat steeds over wat er slecht gaat in de wereld. Ondertussen wijzen onderzoeken uit dat we er wel degelijk, op vrijwel alle vlakken, beter aan toe zijn dan pakweg 30 jaar geleden. Tot slot is nieuws repetitief en dus niet nieuw. En dan gaat het niet alleen over de onderwerpkeuze, maar ook over de gekozen invalshoek en het oordeel. Wijnberg gebruikt in dat verband ook de term ‘agendajournalistiek’ en doelt daarmee op items die telkens opnieuw tot nieuws worden gebombardeerd.

Robs negen geboden

Maar oordeel niet te snel, want in de epiloog probeert hij proactief veelvoorkomende punten van kritiek op zijn werk in de kiem te smoren. Het mag trouwens gezegd dat ook de lancering van dit boek doordacht is. Wijnberg staat op het punt zijn digitale krant, decorrespondent.nl op te richten. De krachtlijnen van dit utopische en in zijn ogen ideale medium zet hij in de epiloog van dit essay al uiteen. Met die negen geboden beperkt hij zich niet tot visieloze kritiek, maar geeft Wijnberg onmiddellijk enkele concrete, al dan niet haalbare ideeën om de geschreven pers anders en beter te organiseren. Zo ziet hij in de globalisering en de digitalisering ontwikkelingen die moeilijk overschat kunnen worden, net zoals de kansen die ze voor de traditionele media en de journalistiek tout court met zich meebrengen. Meer journalistieke zelfreflectie, meer achtergrond- en contextverhalen en een grensoverschrijdende in plaats van een nationale redactie-indeling lijken me reële en werkbare principes.

Opiniedwang

De maatschappelijke relevantie van journalistiek moet te vaak onderdoen voor de economische parameters die centraal staan. Voor onderzoeksjournalistiek is geen ruimte en geen geld meer. De kwaliteit van het nieuws gaat er bijgevolg zienderogen op achteruit en de lezer is verworden tot een product voor de adverteerder. Concurrentie vormt daarvoor, naast de commerciële bedrijfsstructuur van vele nieuwsmedia, de belangrijkste drijfveer. Van journalistiek naar infotainment. Dat leidt tot een slecht geïnformeerd en soms tot een misleid publiek. De huidige opiniedwang die zelfs tot aan de kijker/lezer/luisteraar reikt, versterkt dat effect alleen. In de moderne mediacratie wordt het publiek voortdurend in een opiniedwangbuis gemurwd waarin genuanceerde of beredeneerde meningen liever niet aan bod komen. Bovendien laat dat zwart-witdenken de vele grijstinten in de werkelijkheid buiten beschouwing.

Zijn diagnose van het huidige medialandschap gaat ook op voor Vlaanderen. Er zijn gemakkelijk Vlaamse tegenhangers te vinden voor de talrijke Nederlandse voorbeelden die Wijnberg geeft, over het algemeen spelen hier dezelfde commerciële marktmechanismen mee. Zijn negen geboden ter verbetering van dat landschap zijn vernieuwend en zetten op zijn minst aan tot nadenken. Bij de haalbaarheid van enkele van zijn ideeën plaats ik voorlopig wel enkele vraagtekens. De evolutie en de ‘oplage’ van zijn digitale krant zullen op termijn uitsluitsel bieden.